Enkhuizen: verkeer en parkeren in de historistische binnenstad

In deel vier van het zeer omvangrijke Geschiedenis van Amsterdam over de jaren 1900-2000 staat op pagina 390 een prachtige foto van Frits Weeda met duizenden (voornamelijk in de berm) geparkeerde auto’s van bezoekers aan de Autotentoonstelling van 1961 in de toen net nieuw gebouwde Rai in Amsterdam Zuid.

Die foto laat mooi zien de werkelijke behoefte van een gemiddelde Nederlander (Ik wil een auto!) en de problemen die dat streven tot effect kan hebben (waaronder parkeeroverlast). Politici kunnen slecht met dilemma’s overweg en pikken daarom naar behoefte en bij wijze van profilering de onvermijdelijke klagers uit om hun daadkracht van “daar moet worden ingegrepen” mee te ondersteunen.

Daarom is het mooi dat juist bij deze foto een citaat van oud-PvdA-Premier (toen wethouder in Amsterdam) tegen te komen, die recht voor zijn raap en niet van plan om zijn oren te laten hangen naar de onvermijdelijke farizeeërs tegen de vooruitgang en de klagers van onrecht die altijd een gewillig podium in de media zullen vinden:

Op de vraag of iedereen een auto behoorde te hebben, antwoordde Den Uyl in 1967: “Ja, ik heb sinds 1951 een auto. Ik vind het verrukkelijk. Ik heb de auto altijd tegenover de cultuurpessimisten verdedigd. Ik vind het hypocrisie om iets tegen de auto te hebben. We zijn er altijd op uit gegaan. Je gaat naar het strand, naar buiten. Alle mensen hebben recht op een auto, maar je moet Nederland wel zo organiseren dat iedereen hem kan gebruiken. Voor de komende jaren is dat een van de belangrijkste taken”. 

Sinds 1967 zijn politici, bestuurders, ambtenaren en adviseurs bezig met dat te organiseren van die belangrijke taak, waarbij het laatste decennia niet meer het adagium van Den Uyl lijkt te worden gevolgd ‘Iedereen een auto’, maar steeds meer ‘niemand meer een (benzine)auto‘.  

Ook Enkhuizen, en dat valt niet te ontkennen, heeft in haar historische binnenstad haar verkeers- en parkeerproblemen. Ik heb een Actualisatie Verkeersplan 2017-2025 gezien, die volgens mij basis is geweest voor de huidige regels, en er is nu een nieuw onderzoek en maandagavond was ik aanwezig op de terugkoppeling avond over de gesprekken door het adviesbureau met inwoners, ondernemers en gemeenteraad. In ieder geval lijkt het erop dat het oude plan 2025 niet haalt.

Hoe nuttig en goedbedoeld ook, deze bijeenkomsten zijn altijd wat frustrerend, want de uitkomst zal – als men kiest voor zo’n traject met externe adviseurs, gespreks- en informatieavonden – altijd leiden tot het sparen van de kool en de geit, zeker met een onderwerp waar je noodzakelijkerwijze een evenwicht zal moeten vinden tussen noodzaak (behoefte aan vervoer, noodzaak van vervoer, bereikbaarheid en het bezitten en parkeren van vervoermiddelen) en schaarste van ruimte en woonplezier. Dat is de speurtocht naar op oplossing van de belangrijkste taak die De Uyl zag.

Omdat ik nog maar pas in de historische binnenstad van Enkhuizen woon kon ik wat met afstandelijkheid kijken naar wat er gezegd en opgemerkt werd, want mijn ervaringen met het in de historische binnenstad wonen van Haarlem en Breda, vind ik de problemen in Enkhuizen zeer overzichtelijk, en – zo lijkt het – voor een groot gedeelte terug te voeren naar het probleem dat in het zomerseizoen een onevenredige druk op de binnenstad wat betreft verkeersaanbod ontstaat door (dagjes) toerisme. Oplossingen daarvan zijn best te bedenken en ik vind bijvoorbeeld de buiten parkeerplaats voor het Zuiderzeemuseum met de veerponten een magistrale slimme oplossing.

Natuurlijk. Deze zomer zal niet representatief voor de vorige zomers zijn geweest door de Corona-Crisis, maar het viel mij wel op dat de adviseurs niets opmerkte dat mogelijk Corona ook wat effecten op langere termijn gaat geven op verkeer en parkeren: minder vanzelfsprekende wil om gebruik te maken van openbaar vervoer, minder reislust, meer online afspraken en vergaderingen zakelijk, minder verenigingsactiviteiten, minder uitgaan, minder welvaart, dus mogelijk minder autobezit, enz. We weten natuurlijk nog niet hoe lang die effecten standhouden en we weer teruggaan naar de oorspronkelijke orde van de dag, maar helemaal negeren zal ook niet verstandig zijn. We moeten vooral niet gaan zoeken naar oplossingen die misschien helemaal niet bestaan of zich minder gaan voordoen dan gedacht. Misschien blijkt deze zomer wel meer representatiever voor het verkeers/parkeerprobleem in Enkhuizen dan het extrapoleren van de trend die we tot 2020 hebben gezien.

Er was ook geen aandacht voor het feit dat zich op dit moment een snel voltrekkende verandering gaande is in de wijze waarop ons koopgedrag naar online verandert met onvermijdelijk steeds meer verdwijnende winkels (en dus minder aantrekkingskracht van winkelstraten in oude steden voor het toerisme), minder bestemmingsverkeer voor bewoners die boodschappen moeten doen. En heel veel meer bestelauto verkeer ook in de binnensteden (wordt die toename gemeten?). Dat is overigens noodzakelijk verkeer, veel dubbel parkeren (met onvermijdelijke stremmingen), maar geen parkeerdruk.

Ook was er op de bijeenkomst geen zichtbare aandacht voor de opkomst van de elektrische auto’s. En omdat de auto industrie inzet op stekker auto’s en niet op gestandaardiseerde accuwissel stations (dan kan namelijk de huidige infrastructuur van tankstations voor worden benut), zullen er ontelbare plekken met stopcontacten, lelijke kostbare stopcontacten, op de openbare weg in de historische binnenstad moeten worden aangelegd. Daar gaan we niet vrolijk van worden. Afgezien dat het aanleggen van twee soorten parkeerplaatsen, die niet uitwisselbaar zijn, (en als je vergunninghouders splits van algemene parkeerplaatsen, dus vier soorten parkeerplaatsen, wat leidt tot exponentiële groei van on-benutte parkeerplekken).

Verder ben ik er van overtuigd dat op termijn het verkeersprobleem, met name het parkeerprobleem, in historische binnensteden radicaal gaan verdwijnen met de opkomst van de zelfsturend auto’s. En die komen er, hoewel juristen, politici en farizeeërs, zoals gewoonlijk, hun uiterste best zullen doen dat zo lang mogelijk te frustreren. Het gaat komen, onvermijdelijk en even onvermijdelijk, snel en succesvol als bijvoorbeeld nu de ontwikkelingen rond online-shoppen, 5G en draadloos internet, en eerder de opkomst van de mobiele telefonie.

Want als je verder nadenkt over die onvermijdelijke komst, zal het effect niet alleen zijn dat we blij zijn dat we nu in plaats van zelf te sturen, en andere leuke dingen in de auto kunnen doen, maar dat het de noodzaak om zelf een auto voor de deur te hebben sterk doet afnemen, omdat een particuliere auto veruit de meeste van zijn tijd (minimaal 90%) werkeloos geparkeerd staat. Die kosten van inefficiënt bezit kan je opgeven en gewoon gebruik maakt van je app in je telefoon om een auto per omgaande snel te ontbieden, in te stappen, naar de bestemming te rijden en vrij te geven voor de volgende reiziger in de buurt. Ze zullen er komen in alle soorten en maten. dat zal de parkeerdruk aanzienlijk doen afnemen; niet noodzakelijkerwijze de verkeersbewegingen, maar als het parkeren niet meer dominant is in een stedelijk gebied is er ook meer ruimte om die verkeersbewegingen goed te organiseren.

Wat dat betreft zou ik de politici in Enkhuizen in overweging geven nu vooral ook eens te kijken naar het opzetten van een test met zelfrijdende auto’s voor alle bewoners in het noord, die om welke reden dan ook in de binnenstad moeten zijn, en het opvangen van toeristen buiten de bebouwing die met de zelfrijdende auto’s af en aan te voeren en – indien nodig en nuttig – rond te rijden.

Ik denk dat schaal en stedelijke infrastructuur van Enkhuizen zich uitstekend leent om zich als proefgebied op te werpen en dat we veel bewoners van de binnenstad daar een groot plezier mee kunnen doen.